
De ringsling is een snelle en eenvoudige draagmethode, die bestaat uit een doek met 2 ringen aan één kant, en een “staart” aan de andere. Je draagt de doek over 1 schouder, met je kindje aan de andere kant op je heup. Ook buik-tegen-buik is mogelijk. Het losse eind, de staart, wordt door de 2 ringen gehaald, zodanig dat je de ringsling aan kan spannen. Ken je nog die oude broeksriemen van vroeger, met die 2 ringetjes? Dat systeem, dus!
Bijna elk draagdoekenmerk heeft een ringsling in de collectie, maar een handige naai-mama of -oma kan ook een draagdoek “verslingeren”. Ook uit standaard katoen worden ze nog wel eens gemaakt. Deze laatste zijn doorgaans iets minder comfortabel, omdat je het comfort van de diagonale rek die een kruiskeper- of jacquardweving biedt mist. Ga je zelf op zoek naar stof? Zorg dan dat deze niet in de lengte of breedte rekbaar is en stevig is. De meeste draagdoeken zijn tussen de 70 en 90 cm breed. De stof waarvan de ringsling gemaakt is, zal voor een groot stuk mee het draagcomfort bepalen. Wees daar niet te zuinig op!
De gemiddelde ringsling is om en bij de 2 meter lang. Wil je weten hoeveel je zelf nodig hebt? Meet dan de lengte van aan je sleutelbeen tot aan je heupbot en terug, en tel dan de lengte van de gewenste staart erbij. Dat geeft je een goede indicatie van de lengte die jij nodig hebt.
De ringen behoren zonder lasnaad te zijn om breken te voorkomen. Slingringen komen in 3 maten: S, M, en L. De S maat wordt gebruikt voor poppenringslings, en zijn niet bruikbaar als volwassene. De M maat zie je nog wel eens bij dunne doeken opduiken, maar meest gebruikt is de maat L. Met deze maat kun je de stof vlot door de ringen halen, en dus je ringsling ook gemakkelijk aanspannen. Je vindt ze onder andere bij slingrings.com. Gebruik zeker geen gordijnringen, armbanden of ander soort voor het maken van een ringsling!
Er zijn verschillende manieren om de stof door te ringen te halen en vast te zetten. Allen hebben ze hun eigen draagcomfort. Het is dus erg aangewezen om éérst een aantal ringslings uit te proberen om te kijken wat het best bij je past! Onderstaande ringslings vind je allen in de DRAAGBIBLIOTHEEK!
De meest bekende op een rijtje:
Ongevouwen (gathered)
Het ongevouwen schouderstuk is het meest eenvoudige van allemaal. Je komt het ook het meest tegen, en de meeste “zelfmaakmodellen” zullen ook dit type schouderstuk bezitten. De stof zit ter hoogte van de ringen alleen maar samengeraapt, met het stiksel vrij kort bij de ringen. Dit geeft een typische “waaiervorm”, waardoor je hem volledig uit kan spreiden over je schouder. Dat is fijn om het gewicht goed over je schouder te verdelen, maar het vraagt wel wat aandacht bij het aanspannen: opgelet dat je je bovenarm niet klemt! Ook mensen met afhangende schouders hebben vaker wat moeite om dit model mooi te positioneren.
Bij een gevouwen schouderstuk wordt de stof eerst in drieën gevouwen, waarna de 2 buitenste derdes worden gevouwen en op het middelste 1/3 wordt vastgestikt. Dit geeft een meer compacte schouder die minder breed uit te spreiden is. Een bekend voorbeeld van deze schouder is de BB-sling.
Een geplooide schouder heeft smalle (je raadt het al) plooitjes die naast elkaar worden gelegd, en zo dicht bij de ringen worden vastgestikt. De stof ter hoogte van de schouder is dus iets smaller. De stof positioneert zichzelf wat makkelijker op de schouder, en zakt niet zo af bij afhangende schouders. Hij is daarentegen wel minder uit te spreiden dan de ongevouwen variant. Meest ideaal is als de plooitjes van het gezicht af wijzen (er is dus verschil in een linksdragende en een rechtsdragende ringsling bij deze variant). Deze prachtige Bébé Sachi is daar een voorbeeld van.
De gewatteerde versie vind je bijvoorbeeld in bepaalde ringslings van Babylonia terug. Deze zijn opgevuld ter hoogte van de schouder, waardoor je een klein kussentje op je schouder krijgt. Het is hierdoor niet uitspreidbaar, en minder positioneerbaar dan zijn voorgangers. Bij een goed gepositioneerde ringsling is deze padding niet nodig, maar voor een beginner kan het wel wat verschil maken in draagcomfort.
Zwevend (floated)
Bij deze techniek wordt het stiksel heel ver van de ringen geplaatst, zodat deze achteraan op je rug komt te liggen. Vaak zit de stof ook nog eens extra dubbel doorheen de ringen, zodat je een extra dubbele laag op je schouder krijgt.
Er zijn er echter nog veel meer. Je leest er meer over op de website van Sleepingbaby.
Benieuwd geworden? Huur snel eens een ander schoudermodel via onze draagbibliotheek!
Wist je dat je ook met een korte draagdoek (maat 2) en 2 losse ringen een no-sew ringsling kan maken? Hoe je dat doet, lees je een volgende keer!
Wat is jouw meest favoriete ringsling? En wanneer zet jij ‘m in?
[…] De ringsling […]