
Een draagdoek wordt door mensen die er niets van afweten vaak, onwetend, “een lap stof” genoemd. Maar is het dat zomaar, een lap stof? Of is er iets speciaals aan de hand? Laat ons eens een kijke nemen in de wereld van het weefgetouw…
Gewone katoenen stoffen zijn geweven in een effen binding, dat wil zeggen dat iedere inslagdraad afwisselend over en onder een kettingdraad gaat, en iedere kettingdraad afwisselend over en onder een inslagdraad. Over-onder-over-onder in beide richtingen, dus. Kijk maar eens goed naar die linnen broek van jou, herken je het patroon?
Sommige draagdoeken worden gemaakt in deze verbinding. De zomerse Calin Blue, bijvoorbeeld. Heerlijk luchtig in de zomer, maar snijdt wat sneller, omdat deze binding vrij stug is en geen diagonale rek biedt.
Geweven draagdoeken worden gemaakt dmv een keperverbinding. Keperverbindingen, die er in vele soorten bestaan, gaan niet gewoon over-onder-over-onder, maar gaan bijvoorbeeld over-over-over-onder-over-over-over, in een 3:1 verband. Wanneer deze structuur zich steeds 1 inslag naar opzij verplaatst, ontstaat er een diagonale lijn (zie foto).
Deze vorm van weven geeft een ietwat oneffen oppervlak, waarop vlekken en vuil minder goed te zien zijn. Ze wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij de productie van jeansbroeken en werkkledij. Omdat er minder inslagen zijn dan bij een effen binding, maakt deze vorm van weven de stof zachter en meer vormbaar. De stof herstelt zich ook beter van plooien. Wanneer er minder inslagen zijn, kunnen de draden ook dichter bij elkaar worden geplaatst, wat de stof duurzamer (en dus sterker) maakt.Allemaal eigenschappen die een groot verschil maken wanneer je je kindje wil gaan dragen in een stuk stof, en maken dat een draagdoek geen sjaal is (of misschien toch, maar dan een hele speciale).
De meeste draagdoeken worden geweven in een kruiskeperverbinding. Het patroon dat dan gevolgd wordt zie je hieronder:
Veel oudere merken, zoals Storchenwiege, Neobulle, Hoppediz, maar ook Yaro hebben deze weving.
Door te variëren met het verband, kunnen er patronen ontstaan. Denk maar aan het visgraatpatroon van een Didymos Lisca (zie uitgelichte foto). De mooie diamantweving, die je onder andere ziet bij de diamond weave van Girasol, is een andere vorm van keperbinding. Ze combineert een horizontaal met een verticaal zigzagpatroon tot een ruit. De patronen zien er dan als volgt uit:
Jacquard wevingen, die bijvoorbeeld in de prachtige patronen van Didymos worden gebruikt, worden op een speciaal weefgetouw gemaakt, en onderscheiden zich van andere wevingen door de complexe, ingeweven tekeningen en patronen. In tegenstelling tot de keperverbindingen, zijn de inslagen niet repetitief, maar afhankelijk van hoe het ingeweven patroon moet worden gevormd.
Stoffen gemaakt in dit soort patronen, zijn duurder in aanschaf vanwege hun complex design en het tijdsrovende weefproces.
Bekijk zeker ook deze prachtige video over het productieproces van een jacquard weving!
Je begrijpt meteen waarom die prachtige draagdoek zoveel euro’s kost (en het elke cent waard is).
http://www.vam.ac.uk/content/videos/j/video-jacquard-weaving/
En rekbare doeken dan? Dat is nog wat anders! Meer daarover een volgende keer!
PS: Deze blogpost schreef ik een hele tijd geleden al voor Draagconsulenten Vlaanderen, de Vlaamse vereniging voor draagconsulenten (waar ik tevens ook bestuurslid van ben). Deze versie heb ik wat geüpdate en aangepast hier en daar, en nu dus ook op mijn persoonlijk blog te lezen en ontdekken.
Bronnen en foto’s:
http://en.wikipedia.org/wiki/Twill
http://nl.wikipedia.org/wiki/Keperbinding
http://www.weavolution.com/group/rigid-heddlers/twill-wal-things-gather-11719
http://www.britannica.com/EBchecked/topic/299160/Jacquard-weave
http://girasol.de/content.php?page=tragetuecher&lang=german&gs=qlmbn8dv495qsc1s5i9dtjg8u3
http://www.didymos.de/en/Babywearing/DIDYSling/Jacquard/